Familiefoto: vader met twee kinderen op de schommel

Ik zie, ik zie wat jij niet ziet

J., de man van mijn moeder begon vroeg met dementeren. De eerste symptomen waren zichtbaar toen hij 58 was. Hij had atypische dementie: hij leed niet alleen aan geheugenverlies, hij had ook last van wanen en van confabulaties. Zijn hersenen vulden de gaten in zijn geheugen op met gefabriceerde herinneringen. Herinneringen die voor hem heel echt leken, maar die geen basis hadden in de realiteit. En zelf had hij geen idee dat hij dingen niet meer wist.

Auteur: Mijn moeder

Zoek

Heel vaak zijn onze kinderen zoek. Of in elk geval hebben J. en ik een ander idee over waar ze zijn. 

Ik kom eraan!

De telefoon gaat en J. neemt op. Hij spreekt een tijdje met de persoon aan de andere kant van de lijn en hangt dan op. Als ik hem vraag wie het was, zegt hij dat het onze zoon was die belde om te zeggen dat hij eraan komt. Er komt echter niemand. Na een tijdje bel ik zoonlief om te vragen hoe het zit. Verbaasd zegt hij: ‘Nee, ik belde om je iets te vragen, maar je was er niet.’

Opgehaald door een auto

Nadat ik thuiskom van het boodschappen doen vraag ik mijn man: is de zoon al weg? ‘Ja’, zegt J. ‘Hij werd net opgehaald door een auto.’ Als ik naar boven loop, tref ik mijn zoon aan achter de computer. Wat een verrassing! 

Fijn om het huis weer voor onszelf te hebben

Beide kinderen zijn op bezoek en liggen in bed. Als J. en ik naar boven gaan, zegt hij: ‘Wat heerlijk om het huis weer voor onszelf te hebben!’

Ik vraag hem wat hij bedoelt en hij antwoordt: ‘Nou, het is fijn dat de kinderen weer weg zijn.’ Als ik hem vertel dat ze allebei thuis zijn en liggen te slapen, kijkt hij verschrikt rond en zegt: ‘Oh ja? Zijn ze hier?!’

Terug van de kapper

Ik ga ’s ochtends vroeg naar de kapper. Als ik vertrek liggen zowel J. als mijn zoon nog op bed. Wanneer ik thuiskom is J. wakker, ik vraag: ‘waar is zoonlief?’ 

Hij kijkt nadenkend en zegt dan: ‘Die heb ik net naar het station gebracht.’

Verbaasd loop ik naar boven, mijn zoon was namelijk helemaal niet van plan om weg te gaan. En ja hoor, hij ligt gewoon nog in zijn bed. 

Een omrit door Leiden

Mijn dochter studeert en woont in Leiden. Ze is onlangs verhuisd en J. gaat iets bij haar afgeven. Voordat hij vertrekt neem ik de route met hem door en stel de gps in. Als hij wegrijdt sla ik een kruisje en hoop dat hij goed zal aankomen

Niet veel later, belt mijn dochter me. Ze zegt: ‘Papa belde om te zeggen dat hij voor mijn oude huis in Leiden staat en niet meer verder durft. Ik ga hem nu met de fiets halen.’

Ze fietst dus naar hem toe, zo’n 3 kilometer en rijdt daarna op de fiets voor hem uit naar haar nieuwe adres, waar hij zeker al tien keer is geweest.