zwart wit foto van een tunnel

Door de tunnel

Auteur: Marte

Ik woonde nog in Leiden en mijn vader was bij me op bezoek geweest. Daarna was hij doorgereden naar Den Haag. We hadden een fijne middag gehad.

Het was denk ik in 2008, ik had net mijn rijbewijs. Ik was wat aan het studeren toen opeens de telefoon ging. Het was mijn vader, hij was in paniek. Hij wist niet meer waar hij was en hij had geen idee wat hij aan het doen was. Hij wist niet wat hij moest doen, hij voelde zich compleet verloren. Ik zei: ‘Blijf waar je bent, ik kom naar je toe.’

Ik sprong op de trein en tegen de tijd dat ik bij hem was, was hij gelukkig rustiger, maar nog steeds van slag af. Mijn grote, sterke vader was in een hulpeloze man veranderd.

Angst om te vergeten

Dit was één van de zeldzame momenten waarop hij zelf besefte dat hij de weg kwijt was, dat hij dingen vergat en hij was in paniek.

Ik troostte hem en liep met hem naar de auto. Gelukkig had hij die geparkeerd in dezelfde parkeergarage als altijd dus we konden hem zonder al te veel problemen vinden. Ik kroop achter het stuur. Het was een grote Citroën DS waar ik nog niet vaak in gereden had.

Gieren en brullen

Ik herinner me niet veel van de rit behalve één moment. Als je Den Haag uit rijdt richting Utrecht ga je altijd door zo’n tunnel. Ik had de auto nog niet helemaal onder controle en liet de koppeling te snel opkomen. De auto maakte enorm veel herrie, wat nog eens versterkt werd door de tunnel. Mijn vader en ik moesten er heel hard om lachen en de hele situatie zag er opeens weer een stuk zonniger uit.

Dit verhaal inspireerde gedicht nummer 7.