theekopje gevuld met suikerklontjes

Zes suikerklontjes

Auteur: Marte

Één suikerklontje, twee suikerklontjes, even roeren, even rustig zitten, nog een suikerklontje en nog een. Weer even goed roeren, voor zich uitstaren en bedenken dat er nog suiker in zijn thee moet. Daar ging het vijfde suikerklontje en ook het zesde. 

Ik was op bezoek bij mijn vader en we dronken samen thee. Hij was niet echt blij dat ik er was. Hij wist niet wie ik was. Werkte ik daar? 

Hij zei ‘u’ tegen me en vroeg of ik weg wilde gaan, hij wilde alleen zijn. 

Nadat ik voor de derde keer rustig had uitgelegd dat ik zijn dochter was, keek hij me verdwaasd aan. ‘Ja, zei hij, ‘ik heb een dochter, ze heet Marte’, maar hij had duidelijk geen idee dat ik Marte was. 

Hij vroeg beleefd hoe het met me ging. Ik gaf antwoord, maar hij was de vraag alweer vergeten.

Ik besloot hem mee naar buiten te nemen, frisse lucht vond hij altijd fijn. We konden wel even naar de rivier fietsen. Maar wat bleek? Alle fietsen in de fietsenstalling hadden een lekke band. Even hadden we heel veel lol. Samen lachten we om onze pech.

Dan maar met de auto. We maakten een ritje en het was wel fijn, we stopten even voor een nieuw pakje sigaretten. Toen we weer terugkwamen bij zijn appartement werd hij opeens boos. Hij wilde hier niet meer zijn. Hij zou wel bij zijn ouders gaan wonen. 

Zijn ouders waren al jaren geleden overleden, maar ik had het hart niet om het hem te vertellen. Ik ging even naar de wc. Toen ik terugkwam was de vooruitgang die we gemaakt hadden volledig verdwenen. Hij was stomverbaasd me te zien en ik kon weer opnieuw beginnen. 

Dit verhaal inspireerde gedicht nummer 23 en gedicht nummer 17.